Ga naar de inhoud
Ongewild urine verlies/urine incontinentie 

Veel vrouwen hebben last van urineverlies. Urine wordt geproduceerd door je nieren. Via de urineleiders wordt de urine vervoerd naar de blaas. Als de blaas vol is, krijg je aandrang. Bij het plassen ontspant de bekkenbodemspier en spant blaas zich aan. Vervolgens stroomt via de plasbuis je urine naar buiten.

Er zijn verschillende vormen van incontinentie: urge-incontinentie en stressincontinentie. Soms komen beide vormen tegelijk voor, dan is sprake van gemengde incontinentie.

Urge-incontinentie

Bij urge-incontinentie verlies je urine op het moment dat je aandrang voelt, bijvoorbeeld als je op weg bent naar het toilet. Bij deze vorm heb je een overprikkelde blaas. Hierdoor spant de blaas aan wanneer die niet nodig is. De bekkenbodemspieren kunnen dit dan niet tegenhouden.

Stressincontinentie

Bij stress-incontinentie verlies je urine bij activiteiten die de druk in de buik verhogen, zoals hoesten, niezen, lachen, bukken, tillen of springen.

Veel vrouwen krijgen tijdens de zwangerschap last van ongewild urineverlies.

Een oorzaak kan zijn:

  • Door meer druk op de bekkenbodem en blaas. Je kindje neemt steeds meer plek in en duwt tegen je blaas, waardoor deze minder ruimte heeft en sneller vol zit. Door de hogere druk kan ongewild urineverlies optreden.
  • Minder sterke bekkenbodem. Doordat je kindje groeit moet je bekkenbodem ook harder werken. Deze kan dan soms de extra buikdruk bij lachen niezen bukken en tillen niet meer aan waardoor er verlies op kan treden.
  • Zwangerschapshormonen, zoals relaxine, maken dat de spieren van je bekkenbodem wat slapper worden. Het nadeel is dat de slappe bekkenbodem soms niet meer sterk genoeg zijn om je continent te houden.
  • Luister naar je lichaam. Heb je naast urineverlies ook andere klachten? Heb je het gevoel dat je een blaasontsteking hebt? Neem dan altijd contact op met je verloskundige of huisarts.
Ongewild ontlasting verlies 

Ongewild verlies van windjes/scheetjes of ongewild verlies ontlasting. Zeker 1 op de 10 mensen krijgt in hun leven hier een keer last van. Soms verdwijnt het vanzelf of blijft het probleem beperkt tot kleine windjes of vegen ontlasting (remspoor). Het kan ook aanhouden of zelfs verergeren. Verlies je continue windjes, andere mensen die het opvalt/ruiken of een grotere hoeveelheid (harde of zachte) ontlasting die ongewild of onopgemerkt verliest. Hoe eerder je start met het gecontroleerd en onder begeleiding trainen van uw bekkenbodemspieren hoe beter. Bij de volgende (startende) klachten kunnen wij vaak goed helpen en adviseren wij je daarom zo snel mogelijk bij ons een intake te plannen.

  • Het niet kunnen ophouden van ontlasting
  • Ongewild en/of ongemerkt verlies van ontlasting
  • Geen aandranggevoel van ontlasting (niet “moeten” poepen)
  • Verlies van kleine beetjes slijm uit de anus
  • Pijn, jeuk en een geïrriteerde huid bij de anus
  • Geen controle hebben over winden en scheetjes laten
  • Gevoelens van schaamte als gevolg van vieze luchtjes en angst voor ongelukjes.

Bij ontlastingsverlies is vaak sprake van een combinatie van verschillende oorzaken die leiden tot het verlies van de controle. Meest voorkomende oorzaken zijn:

Spierschade: Met spierschade bedoelen we het onvermogen om de buitenste anale kringspier en de bekkenbodemspieren bewust en onbewust te kunnen aanspannen en ontspannen. Beschadiging van de anale kringspier kan ontstaan na een operatie, als gevolg van een ongeval, een zware zwangerschap/bevalling of na seksueel misbruik. Maar ook een langdurige verstopping (obstipatie) of ouderdom kan zorgen voor spierbeschadiging. 

Obstipatie: Met obstipatie bedoelen we een verstopping waardoor je niet meer kunt poepen. Bij langdurige verstopping kan dunne ontlasting langs de dikke ontlasting . Dit wordt ook wel overloopdiarree of, paradoxale diarree genoemd. Waarschijnlijk heb je ook last van buikpijn en krampen.

Overactieve bekkenbodem: Bij een overactieve bekkenbodem zijn de bekkenbodemspieren en de inwendige sluitspier van de anus te gespannen. Het is dan veel moeilijker om de ontlasten. Hierdoor kan ook weer langdurige verstopping en vervolgens ook overloopdiarree ontstaan.

Zenuwschade: Zenuwen sturen de kringspier en de bekkenbodemspieren aan. Een langdurige verstopping (obstipatie), een operatie, een bevalling maar ook ouderdom kunnen deze zenuwen beschadigen. Door deze beschadiging werken de spieren minder goed en is gerichte en begeleide spiertraining sterk aan te raden.

Ouderdom: Als we ouder worden verzwakken van nature de spieren en het weefsel in  het rectum en de anus. Verslapping van de spieren kan leiden tot een verzakking van de endeldarm en ontlastingsverlies. Hierdoor lukt het niet tijdens het poepen om de endeldarm goed te legen. Niet alle poep gaat naar buiten en in de verzakking van de endeldarm blijft nog iets achter. Vervolgens verlies je dat ongemerkt tijdens uw dagelijkse activiteiten.

Darmontsteking: Door een darmontsteking zwelt het slijmvlies van de darmen. Dit versterkt het aandranggevoel waardoor het vaak lastig om de ontlasting op te houden. Bij een darmontsteking denken we onder andere aan de ziekte van Crohn, colitis ulcerosa of proctitis. 

Wij weten dat het verlies van ontlasting voor veel mensen een lastig onderwerp is om over te praten. Veel van onze patiënten geven dit aan en wij luisteren daarom zo goed mogelijk. Als je op dit moment last hebt van een van de bovengenoemde klachten kunt je dit ook eerst bespreken met de huisarts en hem of haar vragen of een intake bij ons in het bekkenzorgcentrum zin heeft. je kunt echter ook direct zonder verwijzing bij ons terecht.

Niet te onderdrukken aandrang en vaak plassen  

De blaas leegt zich voor nagenoeg 100% met plassen. Er mag 10-15 ml achterblijven. Het plassen begint met het ontspannen van de bekkenbodem, daarna ontspant de sluitspier van de urinebuis zich en trekt de blaas samen. Een ontspannen en goede toilethouding is belangrijk voor een goede blaaslediging. Ga niet persen bij het plassen en ga ook niet aanspannen (vroegere stippeltjes plassen) Dit beïnvloedt het continentiemechanisme.

Bij het vaak moeten plassen (frequentie) ligt het probleem vaak  in het functioneren van de blaas. De blaas trekt zich te vaak en te heftig samen waardoor er een niet te onderdrukken aandrang tot plassen ontstaat. Elk half uur is niet ongebruikelijk Soms is de aandrang zo sterk of plotseling dat je het toilet niet kan halen.. Verandering van lichaamshouding, lopen of het horen van stromend water veroorzaakt vaak ook heftigere aandrang. Ook de bekkenbodem kan deze trigger geven. Bij te veel spanning in de bekkenbodem kan dit ook de blaas activeren. Soms moet je ook snachts vaak naar het toilet (nycturie). Ook dit kan de bekkenfysiotherapeut behandelen.

Urineretentie

Dit is geen vorm van urineverlies, maar dat er urine achterblijft in de blaas na het plassen. Urine kan achterblijven in de blaas doordat de blaas niet genoeg samentrekt. Ook bekkenbodemspieren kunnen niet goed ontspannen of een combinatie van beide. Urineretentie kan vaak leiden tot veelvuldig terugkerende blaasontstekingen.

Moeilijk kunnen plassen

Als de bekkenbodemspieren te gespannen zijn dan spreken we over een overactieve bekkenbodem. Een ontspannen en goede toilethouding is belangrijk voor een goede blaaslediging. Zijn de bekkenbodemspieren te gespannen dan duurt het even voordat de plas op gang komt.

Moeilijk kunnen poepen/obstipatie

Met obstipatie bedoelen we een verstopping waardoor u niet meer kunt poepen. Bij langdurige verstopping kan dunne ontlasting langs de harde ontlasting in de endeldarm. Dit wordt ook wel overloopdiarree of, paradoxale diarree genoemd. je merkt dit als eerst door vegen of een remspoor in je onderbroek. Waarschijnlijk heeft u ook last van buikpijn en krampen.

Zwaar en drukkend gevoel in de onderbuik

Ervaar je een zwaar of drukkend gevoel in de onderbuik dan heeft je mogelijk last van een verzakking. Een verzakking, ofwel een prolaps, betreft het uitzakken van één of meerdere van de bekkenorganen in of tot buiten de vagina. In het bekken, op de bekkenbodem, rusten de urineblaas, de baarmoeder en de endeldarm. Deze organen worden op hun plaats gehouden door spieren, banden (ligamenten) en bindweefsel. Als de stevigheid van deze banden en de bekkenbodemspieren niet meer optimaal zijn, kunnen organen verzakken en dan spreken we over een prolaps.

Er zijn verschillende soorten verzakkingen:

  • verzakking van de voorwand van de vagina (plasbuis en/of de blaas)
  • verzakking van de baarmoeder
  • verzakking van de top van de vagina (bv. als de baarmoeder verwijderd is)
  • verzakking van de achterwand van de vagina (endeldarm)
  • een combinatie van bovengenoemde verzakkingen

Klachten die kenmerkend zijn voor een verzakking:

  • Een zwaar gevoel in de vagina, plasbuis, anus of laag in de rug
  • Gevoel van een zachte bal in of buiten de vagina
  • Problemen bij het plassen. Bijvoorbeeld een zwakkere straal, het gevoel de blaas niet goed leeg te kunnen plassen, vaak plassen, hevige aandrang hebben om te plassen en /of ongewild urineverlies (incontinentie)
  • Problemen bij het ontlasten. Bijvoorbeeld verstopping of het gevoel dat er ontlasting achterblijft of dat je mee moet duwen met de vingers om de ontlasting eruit te krijgen.
  • Gevoel van ongemak bij penetratie tijdens de gemeenschap

De bovenstaande  klachten kunnen toenemen tijdens tillen, duwen, trekken en hoesten. En worden vaak meer waargenomen aan het einde van de dag. De klachten kunnen verminderen als je  een poosje gaat liggen. Naast de bekkenfysiotherapie behandeling is soms het het plaatsen van een ring (pessarium) of een operatie nodig. Indien er een indicatie is om de verzakking operatief te herstellen, kan training van de bekkenbodemspieren vóór de operatie zorgen voor een sneller en optimaal terugwinnen van de bekkenbodemfunctie. Conditieverbetering van de bekkenbodemspieren  vóór en na de operatieve ingreep daalt de kans op terugkeer van de verzakking aanzienlijk.

Overgang

Tijdens de overgang ondergaan vrouwen fysiologische veranderingen als gevolg van afnemende oestrogeenproductie. Deze veranderingen kunnen invloed hebben op verschillende delen van het lichaam, waaronder de bekkenbodem. De bekkenbodem bestaat uit spieren, ligamenten, en bindweefsel die de organen in het bekken ondersteunen, zoals de blaas, baarmoeder en darmen.

Een van de veelvoorkomende bekkenbodemproblemen tijdens de overgang is verzwakking van de bekkenbodemspieren. Dit kan leiden tot problemen zoals incontinentie, verzakking van organen, en seksuele disfunctie. Omdat oestrogeen een rol speelt in het behoud van de elasticiteit en kracht van de bekkenbodemspieren, kunnen de schommelingen in hormoonniveaus tijdens de overgang deze spieren beïnvloeden.

Bekkenfysiotherapie kan een effectieve aanpak zijn om deze problemen te behandelen. Een bekkenfysiotherapeut kan oefeningen en technieken aanbieden om de bekkenbodem te versterken, evenals advies geven over levensstijlaanpassingen en houding.

Als je symptomen ervaart die gerelateerd zijn aan de bekkenbodem en de overgang, is het verstandig om contact met ons op te nemen. Samen kunnen we een geschikt behandelplan opstellen en zorgen voor de juiste advies en begeleiding.

Bekkenpijn (bekkeninstabiliteit)

Je kan de pijn bij het SI gewricht (laag onderin de rug) voelen. Soms kan de pijn zelf uitstralen naar de liezen, buik, bil of benen. Als je linker- en rechterhelft van je bekken niet goed kunnen bewegen ten opzichte van elkaar kan je pijn krijgen. Maar het kan ook zijn dat spieren van de lage rug, buik, benen of bekkenbodem te veel spanning hebben. Dit kan dan ook pijn gegeven bij je symfyse (schaambot) Zowel mannen als vrouwen kunnen bekkenpijn hebben.

Lage rugpijn

Som kan je gehele onderrug pijnklachten geven. Maar vaak zit de pijn links of recht bij het SI gewricht. Het kan ook zo zijn dat je een strakke band gevoel hebt onderin de lage rug. Deze pijn kan door verschillende factoren ontstaan. Spieren kunnen niet sterk genoeg zijn (verminderde stabiliteit). Hierdoor kan er compensatie pijn ontstaan. Denk bijvoorbeeld aan de bekkenbodem. Deze spieren worden dan overbelast en geven uitstralende pijn. Maar ook trauma’s (als vallen) langdure statische houdingen en spannings klachten kunnen rugpijn geven.

Pijn rondom het stuitje

Je stuitje kan ook pijn geven. Zitten op een harde ondergrond of tijdens schokkerige bewegingen (op de zadel met fietsen of in de auto over drempels rijden) kunnen ook meer pijnklachten geven aan de stuit.  Op dat moment wordt de druk op het stuitje verhoogd. Bij te veel spanning in de bekkenbodem trekt deze ook aan de stuit. Dit geeft ook pijn.

Pijn in de onderbuik

Bekende pijn! De oorzaak is divers. De pijn kan voortkomend uit disfunctioneren van organen, denk bijvoorbeeld aan obstipatie of diarree klachten of blaasontstekingen maar kan ook komen uit je bekkenbodem of uit romp spieren door een te veel aan spanning of een verminderde stabiliteit. Maak een afspraak met je huisarts als je je zorgen maakt.

Pijn bij vrijen

Ervaart u pijn bij het vrijen, penetreren/stoten of na het vrijen dan heeft u mogelijk een overactieve bekkenbodem. Dat betekend dat er te veel spierspanning zit in de bekkenbodem spieren. Met de juiste tips, adviezen en oefeningen kunnen wij met jou deze klachten verminderen.

Pijn in de vagina is een veel voorkomende klacht. De pijn kan bestaan uit krampen of juist een zeurende pijn. De pijn kan branderige of juist stekende pijn zijn. Het is erg vervelend om pijn te hebben op een intieme plaats. Bovendien heeft pijn rond de vagina een negatieve invloed op je kwaliteit van leven.

Vaginisme Primair en secundair vaginisme

Er zijn 2 soorten vaginisme: primair en van secundair vaginisme. Bij primair vaginisme heb je al van jongs af aan vaginistische klachten. Het is jou nog nooit gelukt om een tampon of vinger naar binnen te brengen. Ook penetratie of het inbrengen van een speculum bij inwendig onderzoek was altijd al onmogelijk.

Bij secundair vaginisme is jouw vaginistische reactie pas later ontstaan. Eerst kon je wel tampons inbrengen en was pijnloze penetratie mogelijk.

Verschil vaginisme en dyspareunie

Wanneer je last hebt van dyspareunie is het soms wel mogelijk om gemeenschap te hebben. Je hebt echter erg veel pijn. Soms kan dyspareunie tot vaginisme leiden. Door de (angst voor) pijn span je je spieren rondom je vagina aan en lukt het niet om met je partner naar bed te gaan.

Ook klachten rond de huid van de vagina kunnen pijnklachten veroorzaken. Denk hierbij aan: eczeem, lichen, schimmelinfecties, SOA’s, ontstekingen of spataderen.