Ga naar de inhoud

Ontdek de bekkenbodem

Om te ontdekken hoe het bekken en de bodem werken is het goed om eerst de anatomie in te duiken.

Het bekken bestaat uit een aantal gewrichten: De 2 bekkenkammen (ilium) die aan de voorkant scharnieren met een tussenwerfelschijf: het schaambot. (symfyse)

Aan de achtenkant vormt de bekkenkam met het heiligbeen een gewricht (scarum). Dit gewricht samen is dus het wel bekende SI-gewricht (Sacrum en Ilium).

Vanuit het heiligbeen bouwt de wervelkolom zicht op hoog tot de schedel. Vanuit het heiligbeen naar beneden zit de stuit. 

Om al deze gewrichten goed samen te laten werken heb je kapsels, banden en spieren nodig. Ook bloedvaten en zenuwen lopen door het bekken. Een heel belangrijke spier in het bekken is de bekkenbodemspier. Deze zit helemaal onder aan het bekken. Als een soort hangmat draagt de bekkenbodem de inwendige organen. De blaas, baarmoeder en darmen. De bekkenbodem zorgt er ook voor dat hij deze organen afsluit bij de 3 uitgangen. De plasbuis, de vagina en de anus.

Ook is de bekkenbodem een heel belangrijke stabilisatie spier. De bekkenbodem draagt het bekken. Als we het dan toch over dragen hebben dan draagt en baart de bekkenbodem ook binnen de zwangerschap het kindje.

Met andere woorden een zeer belangrijke spier met heel veel functies.